Mijn eerste keer wielrennen
6 praktische tips
Mijn eerste keer wielrennen vond ik best spannend. M’n vriend, die al jaren fietst, haalde me na een winter vol spinning lessen over om op een échte fiets te stappen. Dat spinnen vond ik trouwens maar niks. ‘Een uur staren naar het achterwerk van m’n voorganger terwijl ik geen meter vooruit kom’; dat was mijn ongezouten mening. Het asfalt op leek me echter wel wat. Ik kampte al een tijdje met een hardloopblessure en miste het sporten in de natuur.
Terwijl ik de ‘reservefiets’ van vriendlief de twee verdiepingen van ons smalle Amsterdamse trappenhuis af tilde, vond ik het helemaal niet meer zo’n goed idee. Het was een wonder dat ik zonder te struikelen op m’n schoenplaatjes, met fiets en al heelhuids beneden was gekomen. Vond ik het nou écht nodig om óók nog m’n leven te wagen op zo’n smal fietsje met klikpedalen? Opeens leken die spinninglessen niet zo vervelend meer.
Na wat oefenen met in- en uitklikken en wat bezorgde blikken van mijn fietsgenoot, gingen we op weg. De eerste meters keek ik alleen maar angstig naar het smalle bandje op de klinkers onder me en deed zachtjes een schietgebedje. Met m’n handen op de remmen fietste ik richting de eerste kruising terwijl ik het mantra ‘uitklikken, uitklikken, uitklikken’ herhaalde. Gelukkig was m’n vriendje de eerste paar stops zo attent om met een overdreven beweging uit te klikken zodat ik eraan dacht. Zo waren we al snel de stad uit.
Ik herhaalde ‘uitklikken, uitklikken, uitklikken’ als mantra
Onderweg begon ik er plezier in te krijgen. Het gemak waarmee ik mensen op stadsfietsen inhaalde en het asfalt wat zich voor me uitstrekte zonder dat ik in de verste verte een stoplicht zag, gaven me zelfvertrouwen. Uiteindelijk fietsten we ruim 30 kilometer. Prima voor een eerste keer wielrennen. Ik kon me niet herinneren dat ik ooit eerder zo ver had gefietst op een dag. M’n benen trouwens ook niet. Gelukkig had ik iemand bij me die zó opgelucht was dat ik geen brokken had gemaakt, dat ie met liefde m’n fiets de trap weer op tilde.
Jouw eerste keer wielrennen: 6 praktische tips
Staat jouw eerste keer wielrennen binnenkort op de planning? Ik help je graag (veilig) op weg met een paar praktische tips.Tip 1: Draag een helm
Je kapsel wordt er niet beter van, maar zonder hoofdbescherming op een racefiets stappen is ontzettend dom. Heb je zo’n hippe retro racefiets en cruise je daarmee ook al hard door de stad? Zelfs dan: draag een helm! Helemaal als je vastgeklikt zit in je pedalen, val je sneller. Hoe goed je ook oplet, het gedrag van het overige verkeer heb je niet in de hand. Had ik al gezegd dat je een helm moet dragen?
Tip 2: Ga niet alleen
Grote kans dat je dit leest en denkt: ‘Ja maar ik ben een Hollander en ik kan heus wel fietsen’. Klopt. Wielrennen is alleen iets héél anders. Je zult niet de eerste zijn die klamme handjes krijgt van de smalle bandjes. Hoe fijn is het als iemand de eerste keer vertelt waar je op moet letten? Of voor je uit fietst, handige tips geeft en je op mogelijke obstakels wijst? Dat gebroken sleutelbeen loop je maar op zodra je pro bent.
Tip 3: Goed in- en uitklikken
Het is waarschijnlijk de grootste angst van iedere (beginnende) wielrenster: van je fiets vallen doordat je bent vergeten uit te klikken. Je moet inderdaad even wennen aan die stugge schoenen en klikpedalen, maar als je eenmaal een paar keer gefietst hebt, wil je niet anders meer! Zorg de eerste keer dat je goed oefent voordat je het verkeer in gaat. Inklikken, uitklikken, inklikken, uitklikken… Degene die met je meegaat kan je het best even voordoen hoe het moet.
Tip 4: Stel je fiets goed af
Grote kans dat je tijdens je eerste keer wielrennen een fiets van iemand leent. Prima, maar zorg er wél voor dat je banden goed opgepompt zijn en de fiets goed afgesteld op jouw lengte. Het zadel stel je in op heuphoogte (als je ernaast staat op je fietsschoenen) en je stuur op een afstand waarop je goed kunt remmen met je armen licht gebogen. Ga je vaker fietsen? Laat de fiets dan afstellen door een specialist. Doe dit bij je plaatselijke fietsenmaker of doe een bike fitting.
Tip 5: Ken je route
Niets is zo vervelend als eindelijk op een lekker tempo fietsen en dan plotseling af moeten remmen omdat je een afslag hebt gemist. Even over de stoep is ook een stuk minder comfortabel dan op je stadsfiets! Vermijd hobbelige routes met veel stoplichten en onoverzichtelijke kruisingen. Zoek het liefst de natuur op: uitgestrekte, geasfalteerde fietspaden waar vroeger geen eind aan leek te komen, zijn nu je place to be.
Tip 6: Neem deze dingen mee
Ook al schijnt de zon niet, draag toch een zonnebril. Een vlieg of steentje in je oog is nou eenmaal niet prettig, en al helemaal niet als je straks 30 km per uur fietst. Fietsen zonder reservebinnenband, bandenspanners, CO2 cartridge en pompje kun je beter ook niet doen, tenzij je je eigen volgauto hebt natuurlijk. Die zakjes in je fietsshirt zijn overigens ook niet voor niks: neem cash, je ID, sleutels en je telefoon mee.
Ben je klaar voor je eerste keer wielrennen?
Nu je mijn tips gelezen hebt, lijkt het misschien wel een enorme onderneming, dat wielrennen. Het valt echt hartstikke mee! Als je goed voorbereid op pad gaat, voorkom je gedoe en heb je meer plezier in je fietstocht. Het is immers niet voor niets dat zoveel mensen wel verslaafd lijken aan fietsen én dat steeds meer vrouwen beginnen met wielrennen. Zoek de natuur op en ervaar een ultiem gevoel van vrijheid. Dankzij het gemak waarmee je hoge snelheden bereikt en dus ook flinke afstanden aflegt, voel je je al snel een topatlete. Tel de endorfines die bij het sporten vrij komen daarbij op en je bent, zelfs al tijdens je eerste keer wielrennen, een gelukkige vrouw.